Spinnen met de bedrijfshulpverlener!


“Zouden ze hier ook van die draagbare AED-apparaatjes hebben, van die defibrillators?” Het is zondag 22 mei en we wandelen rond op het Oldehoofsterkerkhof in Leeuwarden. Het bruist er van de sportieve activiteiten: Loop Leeuwarden.
Ik spurt natuurlijk direct door naar de uiterste hoek van het plein. Daar zie ik zo’n twintig sportieve stadsgenoten zwoegen op een spinningfiets. Rood aangelopen hoofden terwijl de regen zachtjes op ze neervalt.

Zelf ben ik geen topsporter, maar spinnen vind ik super. Logisch zul je zeggen, je houdt toch ook van fietsen. Ja, dat klopt. Maar toch heeft het een tijd geduurd voor ik op een spinningfiets stapte. Spinnen vond ik iets voor de bikkels van de sportschool. Dat ging mij echt te ver.

Superconditie
Ik had een heilig ontzag voor iedereen die bij de sportschool vrolijk de spinningstudio binnenstapte. Ik wist zeker dat je het alleen met een superconditie zou volhouden in deze les. Dat idee had zich vastgezet in mijn hoofd. Een beeld dat bovendien elke keer werd bevestigd, wanneer de deur na een les weer openzwaaide. Mensen die ik kende als topsporters stapten naar buiten met rode hoofden en bezwete lijven.

Maand na maand verzon ik smoezen voor mezelf. Ik wilde wel spinnen, maar durfde niet. Toch bleef ik nieuwsgierig, het moest er ooit van komen. En dus trok ik uiteindelijk een keer de stoute schoenen aan. Met een goed gevulde fles water in mijn hand en een handdoek om mijn nek keek ik voorzichtig om de hoek van de spinningstudio.

Bedrijfshulpverlening
“Hallo, jij bent nieuw?” Een jonge, frisse instructeur had me direct in de smiezen. Voor weglopen was het nu te laat. “Ga je voor het eerst spinnen? Luister goed naar je lichaam. Voelt het niet goed, dan pak je gewoon je eigen tempo.” Ik schrok, ik wilde weg, ik wist niet of dit zou lukken. Ik biechtte mijn angst eerlijk op: “Ik heb niet zo’n topconditie, ik ben eigenlijk bang dat ik dood van de fiets val.” Daar leek de instructeur niet mee te zitten. Terwijl hij mijn stuur op de goede hoogte instelde, lachte hij: “joh, maak je geen zorgen, ik heb bedrijfshulpverlening.”

Ik moest daar weer aan denken toen ik op het Oldehoofsterkerkhof naar de groep spinners stond te kijken. Dit waren getrainde fietsers. Ik ontdekte in de groep ook één van mijn favoriete sportinstructrices. Ze trapte vol overgave en zong de muziek ondertussen vrolijk mee. Deze sporters wisten precies wat ze deden, ze trapten samen tegen kanker. Ik keek achter me: een grote blauwe tent van het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL). Daar hadden ze vast en zeker een AED. Maar die was hier beslist niet nodig…

1 opmerking: