Plastic

Vanochtend 31 mei, met beestenweer op de fiets gekropen voor de dagelijkse gang naar Wommels. Een dag als alle anderen, met het verschil dat de 14 dagen aaneengesloten neerslag, die het neerslagtekort zou doen verdwijnen, vandaag lijkt te zijn begonnen.

Beleef Fryslân, op de fiets

Soms komen werk en vrije tijd op een mooie manier bij elkaar. Dat had ik laatst, toen ik gevraagd werd een artikel te schrijven over Fryslân Fytslân. De briefing was helder: een wervende inleiding over de ongekende fietsmogelijkheden in Fryslân, een aantal concrete fietsroutes en een aantal bijzondere overnachtingsplekken langs de route.

Spinnen met de bedrijfshulpverlener!


“Zouden ze hier ook van die draagbare AED-apparaatjes hebben, van die defibrillators?” Het is zondag 22 mei en we wandelen rond op het Oldehoofsterkerkhof in Leeuwarden. Het bruist er van de sportieve activiteiten: Loop Leeuwarden.

Loslaten

Er fiets een meisje in Bilgaard. Een klein meisje. Heel klein. Zó klein, dat ik automatisch zoek naar een begeleidende vader of moeder. Die er niet is. Even vraag ik me af of ik moet ingrijpen. Meisjes van amper vier jaar horen niet alleen in het echte verkeer te fietsen. Ik grijp niet in, kantenkoppen vrezend (‘niemand greep in…’). Gelukkig blijven die uit.

Fiets naar je werkdag


“Oh ja en dan rijd ik morgen dus niet met jou mee, ik ga op de fiets naar het werk.” Hmmm, mompelde manlief, diep in gedachten achter de zijn computer. Even later draaide hij zich verbaasd om. “Hoezo, ik rijd niet met jou mee? Je rijdt toch nooit met mij mee, je gaat altijd op de fiets naar je werk.” Aha, ik had de aandacht.

Fytsers ôfstappe

Mei nocht kin ik werom sjen op it suksesfol heljen fan it ferkearsdiploma op 3 juny 1966. 11 jier âld. Grutsk wie ik doe. Want al myn probearjen om ek mar in kear in proefeksamen te dwaan foar it swimmen, rûnen op drama’s út. Foar de swimlearaar en foar mij. Noch altiten moat ik it sûnder swimdiploma en grutte wettereangst dwaan.

Weet jij hoever ik net gefietst heb?

“Maris, we zoeken eerst iemand die dit kan repareren. Eerder vertrekken we echt niet. Ik hou er niet van dat mijn kilometerteller het niet doet.” Mijn moeder was vastberaden. Ik moest er een beetje om lachen.

De fixie fictie in 058?

Sinds het stukje van testkees in de vvf over snelle stadsfietsen ben ik toch anders gaan denken over fietsen. Zijn we inderdaad niet doorgeslagen met onze huis- tuin- en keukenfietsen. Eerst maken we de fietsen zwaarder, want het frame mag niet breken en vervolgens compenseren we de extra energie die dat kost met  3,5, 7 of zelfs 15, 20 of  30 versnellingen. En dat in een land, waar we alleen voor een fietstunnel onder of -brug over een sloot wat hoogtemeters moeten verwerken. Daarnaast kwamen er hand- schijf en trommelremmen, naafdynamo's of nog ingewikkelder een E-bike. Zo heb ik voor zoon Jim destijds een tweedehands Batavus Snake aangeschaft. Een soort mtb, maar dan als stadsfiets. Dikke rupsbanden, 3 versnellingen, hand- en achteruittraprem en bovenal kolossaal zwaar. Waarom moet een jongen van 25 kg op een fiets van 15 kg rijden? Nou ben ik niet de lichtste en fiets aardig wat, maar er is bij mij nog nooit een frame gebroken. Ook niet van mijn racefiets of MTB.

Via de single speeds van testkees kom je al vrij snel terecht in de wereld van de fixies. De ultieme oerfiets. Geen versnellingen, geen spatborden, geen handremmen en zelfs geen achteruittraprem. Of wel, je kan immers zowel voor- als achteruitrijden. En zo kan je met enige techniek toch remmen. Hier omheen is inmiddels een enorme subcultuur ontstaan, die zijn oorspong heeft in de fietskoeriers van NY, LA en andere Amerikaanse steden. Een fiets zonder enige poespas, maar vlug als water, en niet kapot te krijgen (er zit immers niets op, wat stuk kan gaan).

Natuurlijk heeft ook in ons fietsland de fixie zijn intrede gedaan. Veel fietsfreaks hebben zich uitgeleefd in designfixies met smalle stuurtjes en kekke kleurtjes. Met name in Rotterdam en Amsterdam zagen de eerste fixiewieler- en -webwinkels het levenslicht. They come and go. Inmiddels is de fictie of alles wat daar iets van wegheeft mede stadsbeeldbepalend in onze grote steden.

Onvermijdelijk kreeg de wereld van de fixie ook mij te pakken. Eigenlijk wil ik ook op een fixie rijden. Nou hoef ik niet de eerste te zijn. Integendeel, liever niet. Dat is natuurlijk meer iets voor 20 of 30'ers. Hier wringt hem echter de schoen. Waar ik ook ga of sta in mijn hometown Leeuwarden. Ik zie ze niet. Natuurlijk lopen wij hier wel vaker wat achter, maar ik vrees dat de fixie rage volledig over Fryslân heen waait. Dat zou toch erg jammer zijn.

Even dacht ik dat het goed kwam. Ik sprak een nieuwe medewerker van het Rennershuis over de fixie. Zijn ogen begonnen te twinkelen, de woorden stroomden uit zijn mond. Wat bleek echter, hij was hier tijdelijk over uit Rotterdam.

Moederdag verrassing

Je zag en hoorde ze de afgelopen week regelmatig. Reclames die vast inspeelden op Moederdag. Ondernemers doen dat nu eenmaal graag. Zo hoorde ik deze een paar keer op radio 1: “Oh, wat mooi! Een nieuwe elektrische fiets." "Jaha, die hebben Jip en papa speciaal voor mama uitgezocht, samen met de fietsspecialist.”

Zo, zo, papa en Jip hebben zeker iets goed te maken bij mama. Of misschien heeft papa de hoofdprijs in de loterij gewonnen. Want het is niet niks, een elektrische fiets. Er was een tijd dat een mooie tekening van Jip genoeg was geweest. Maar als we de reclames mogen geloven, kun je daar tegenwoordig niet meer mee aankomen.

Oubollig imago
Een elektrische fiets voor Moederdag is overigens wel een mooie promotie van het vervoermiddel. En dat is nodig, begreep ik laatst uit een nieuwsbericht. De elektrische fiets, die je ‘een duwtje in de rug geeft’, wil nog maar niet echt doorbreken in ons land. In totaal zijn er in Nederland ruim 18 miljoen fietsen, waarvan slechts 600.000 elektrische fietsen. Hoewel het vervoermiddel populair is onder senioren, heeft de fiets bij jongeren nog steeds een oubollig imago.

Overigens weet ik uit ervaring dat ook niet alle senioren gecharmeerd zijn van de elektrische variant. Zo moet mijn moeder, een fervent fietser er (nog) niet aan denken. Stel dat iemand het idee zou krijgen dat zij niet langer zelf kan fietsen. “Nee hoor, ben je gek, zo oud ben ik nog niet. Ik probeer het gewoon nog een tijdje op mijn eigen fiets.” Bijna tachtig jaar, maar als ze haar best doet, fietst ze mij er met gemak uit.


Verrassing
Toch hebben we dit jaar in de familie heel even overwogen haar een elektrische fiets voor Moederdag te geven. Mijn zwager, meer dan dertig jaar in de familie en dol op zijn schoonmoeder, bracht het onderwerp ter sprake. “Ze doet wel stoer, maar het fietsen valt je moeder steeds zwaarder. Zullen we haar met z'n allen verrassen en een elektrische fiets voor haar kopen?” Ik stond er niet onwillig tegenover, want wat is er tegen een ‘klein duwtje in de rug’? Mijn zwager had mijn positieve reactie blijkbaar voorzien, want hij had alvast bij de fietsenmaker geïnformeerd naar de prijs. “Je hebt zo’n fiets al voor ongeveer € 1.500,00”, wist hij te vertellen.

Ik viel van mijn stoel. Een elektrische fiets voor Moederdag. Geen haar op mijn hoofd die daaraan denkt! Ook al is mijn moeder dit jaar jarig op Moederdag. Jip en papa geven maar mooi een elektrische fiets, maar mijn moeder fietst voorlopig gewoon verder op eigen kracht. En als dat niet meer lukt, dan geef ik haar met liefde een duwtje in de rug.

Fietsen in de natuur

Het mooie weer is aangebroken. Tijd om de fiets veel en vaak uit de schuur te halen en lekker een rondje te fietsen. Rond april en mei is de natuur op haar mooist, bloesem bloeit weelderig, het groen van de bomen heeft een frisse lichtgroene kleur en jonge dieren dartelen in de wei. Ik kan er geen genoeg van krijgen.


Natuur
Dit weekend koos ik voor een tochtje richting Tytsjerk. Ik reed vanuit het centrum van Leeuwarden via het Vliet richting Camminghaburen. Vervolgens reed ik langs het water, met aan de ene hand de woonwijk, aan de andere kant de spoorlijn en het station. Aan het einde een bochtje naar links en dan direct naar rechts het hoge bruggetje over. Daar lag het water van de Nije Wielen rimpelloos voor me, de zon er stralend op, ruigbehaarde schapen langs het fietspad. Ik ademde diep in. Dit was genieten, dit was fietsen in de natuur.

Jonge jongen
Voor me een slungelige jonge jongen op een herenfiets. Moeiteloos reed hij het hoge bruggetje over. Leuk dat zo’n jongen in z’n eentje blijkbaar ook gaat genieten van de natuur, dacht ik. De jongen reed in hoge vaart het bruggetje af, zwenkte naar rechts het fietspad op en liet toen, achteloos, uit zijn rechterhand een blikje vallen in het gras. Huh? Zag ik dat nou goed? Liet die jongen hier in dit prachtige natuurgebied een blikje vallen. En liet hij dat ook liggen? Nee! Dat kon niet waar zijn. Boosheid kwam langzaam bij mij op. Daar ging ik wat van zeggen. Dan maar een zeikerig oud wijf. Dit liet ik niet gebeuren. Ik zette aan om de jongen, die met zijn lange benen nog steeds rustig voor mij uit fietste, in te halen.

Schuldig
Maar plotseling sloeg de jongen een smal pad naar links in. Dat was niet mijn bedoeling, ik wilde het fietspad langs het spoor nog een stukje verder volgen. Enigszins in verwarring reed ik door, voorbij het smalle pad links. Inwendig een kleine tweestrijd. Ik kon die jongen toch niet zomaar laten rijden. Ik moest iets zeggen van zijn actie, of op z’n minst omkeren en dat blikje zelf oprapen van het gras. Anders was ik zelf geen haar beter dan dat joch. Ik keek nog eens om, de jongen was al uit het zicht verdwenen. Omdraaien? De jongen volgen of toch terug naar het blikje? Ik keek voor me. Een schaap schoot snel aan de kant. De zon straalde, links schitterde het water. Wat was het hier prachtig…